Wettelijke toelatingseisen basisberoepsopleiding mbo (niveau 2)
Sinds 1 augustus 2014 zijn er voor de basisberoepsopleiding vooropleidingseisen. Dit houdt in dat iedereen die de basisberoepsopleiding wil volgen, aan de volgende vooropleidingseisen moet voldoen:
- basisberoepsgerichte leerweg of kaderberoepsgerichte leerweg: u heeft een diploma lager beroepsonderwijs (lbo), voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) of voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo);
- theoretische leerweg: u heeft een mavo-diploma of vmbo-diploma;
- gemengde leerweg: u heeft een diploma mavo-vbo of een vmbo-diploma;
- u heeft een bewijs dat u de eerste 3 leerjaren van de havo of het vwo met gunstig gevolg heeft doorlopen;
- u bent in het bezit van een ander diploma of bewijsstuk dat de overheid heeft erkend op basis van een ministeriële regeling;
- een assistentopleiding die opleidt tot hetzelfde beroep of dezelfde richting.
Heeft u geen vooropleiding gehad? In de Wet educatie en beroepsonderwijs staat dat mbo-instellingen zelf verantwoordelijk zijn voor hun toelatingsbeleid. Een mbo-instelling mag u in bijzondere gevallen toelaten tot een beroepsopleiding of diplomaroute, ook als u niet voldoet aan de voorwaarden. Dit kan alleen als de mbo-instelling verwacht dat u de opleiding met goed resultaat zal kunnen doorlopen.
(Bron: Rijksoverheid)
Wanneer u geen vooropleiding heeft genoten of niet beschikt over de benodigde diploma's komt u in aanmerking voor een toelatingsonderzoek. Het toelatingsonderzoek bestaat uit een telefonische intake waarbij de intaker controleert:
- of u voldoende gemotiveerd bent;
- of u beschikt over voldoende werkervaring;
- of u de Nederlandse taal beheerst.
Vervolgens beslist de examencommissie en het bevoegd gezag van ROC Rivor of u wordt toegelaten tot de diplomaroute mbo niveau 2.